Erres KY111
Type: KY111
Serie nummer: 24272
Bouwjaar: 1931
Buizen: E462 , E424 , C443 , 506
Erres KY111 met bijpassende Erres luidspreker kast.
Restauratie verslag Erres KY111
Een tijdje geleden kon ik dit toestel voor een leuk prijsje
overnemen.
Het betreft een Erres toestel uit 1931.
Als eerste maar eens op zoek naar een schema maar daarvoor zou een typenummer
wel handig zijn.
Echter nergens een typenummer te vinden, Het plaatje was vrijwel geheel
verdwenen dus helaas.
Ook een uitvoerige speurtocht of er ergens anders op het chassis nog een
typenummer aanwezig was leverde niets op.
Dan maar internet afstruinen naar vergelijkbare radio’s en een oproepje op het
radioforum.
In eerste instantie dacht ik aan een KY103 maar die heeft geen hendeltje voor de
golflengte schakelaar maar twee knopjes.
Dan moet het een KY107 zijn maar dan in een andere kast, ook niet dus want die
heeft een kompleet anders opgebouwd chassis.
Dan een KY111 maar dat is een kapelradio met een ingebouwde luidspreker maar het
chassis klopt wel!
Blijkt er ook een versie zonder luidspreker te zijn dus bingo!! Het is een
KY111.
Eerste inspectie
Op het eerste gezicht lijkt alles kompleet te zijn maar het
chassis is behoorlijk geroest en ook het frontpaneel heeft behoorlijke
lakschade.
De kast is weliswaar behoorlijk vies maar ziet er verder nog goed uit.
Helaas ontbreekt het achterschot dus daar zal een vervanger voor gevonden moeten
worden en als het niet anders kan zal er een nieuwe voor gemaakt moeten worden.
Na het chassis uitgekast te hebben kan deze eens goed bekeken worden.
De gele condensator is niet origineel en zal dus worden verwijderd.
De koppeltrafo rechts onder in het toestel is niet aangesloten en blijkt dus
defect zijn.
Gelukkig is deze niet verwijderd en kan deze hersteld worden.
Links is een trafo gemonteerd die er niet thuis hoort, het blijkt de vervangende
koppeltrafo te zijn welke aan de onderkant is losgenomen.
De twee losse draden zijn voor het schaalverlichtinglampje
Condensatorblok
Aangezien van de afvlak condensator een aansluiting was
losgenomen en er een losse elco was gemonteerd is deze dus waarschijnlijk
defect.
Deze condensator (C1 en C2) heeft een capaciteit van 3 uF en 4 uF.
Deze nagemeten bleek er een kortgesloten te zijn en de andere zo lek als een
mandje.
Als eerste natuurlijk de vraag, hoe krijg ik deze open?
Eerst maar eens met de soldeerföhn erop om de bovenrand van tin te ontdoen,
blijkt dat deze omgefelst is en dus niet zomaar los gaat.
Dan maar de tweede optie, met de Dremel de bodem open gefreesd.
Nu wordt de inhoud zichtbaar en kan deze worden verwijderd.
Na alles schoongemaakt te hebben kan de nieuwe inhoud worden samengesteld.
Op een stukje gaatjesprint worden zeven condensatoren van 1 uF 400V gemonteerd.
Deze worden netjes in de condensatordoos gemonteerd en de onderkant weer dicht
gesoldeerd en deze ziet er weer prima uit om teruggeplaatst te worden in de
radio.
Tweede condensatorblok
Na het eerste condensatorblok weer ingebouwd te hebben en
de bedrading weer netjes op zijn plaats gelegd maar meteen het tweede
condensatorblok (C3 , C4 , C5 , C6 , C21 en C22) maar nagemeten.
Deze blijk ook zo lek als een mandje dus deze moest ook van nieuwe inhoud worden
voorzien.
Deze is gemakkelijk te openen door de vier omgebogen lipjes recht te buigen kon
het pertinax plaatje verwijderd worden.
Daarna de inhoud verwijderen en 6 nieuwe condensatoren geplaatst.
Koppeltrafo
Zoals al eerder vermeld was de primaire van de koppeltrafo
onderbroken.
Dat wordt dus op zoek naar een andere of anders opnieuw wikkelen.
Het betreft een Philips 4000
Na een vraag op het radioforum kreeg ik een tip om de trafo proberen te
herstellen.
De truc is, lampje van 6V 50mA in serie en 220V erop.
Onder het motto, baat het niet dan schaad het niet dit toch maar eens
geprobeerd.
Dus de stekker in het stopcontact en warempel, het lampje ging branden!
Met de ohmmeter even nameten en jawel! 2K5
Daarna de toongenerator en scoop eens aangesloten en de trafo blijkt weer prima
te functioneren.
Spuiten
Aangezien het chassis en ook het front behoorlijk geroest
zijn wordt er eerst het een en ander gedemonteerd.
Als eerste alles wat aan het front zit zoals de afstemcondensatoren.
Dat valt nog niet mee want de schroefjes waarmee de knoppen aan de as gemonteerd
zitten zijn vastgeroest en ook na vele pogingen met kruipolie en andere middelen
om de roest op te lossen is er geen beweging in te krijgen.
Dan maar vanuit de achterkant alles demonteren zodat de knoppen met as en al er
uit komen.
Dit blijkt best goed te gaan ware het niet dat ik nu een heleboel ringen
schroefjes palletjes etc. los heb liggen.
Ook de pertinax montageplaat wordt losgenomen van het chassis en de gaten worden
afgedekt.
Na eerst met een staalborstel en schuurpapier de nodige roest verwijderd te
hebben kan de afschermkap en een gedeelte van het chassis met zinkverf gespoten
worden en het front met hammerite.
Dit laatste geeft enigszins een craquelé effect maar het glanst wel heel erg
zodat dit met matzwart nog eens overgespoten wordt.
Opbouwen
Vervolgens wordt het venstertje weer op zijn plek gelijmd
en de terugkoppel condensator gemonteerd.
Vervolgens wordt de schakelhefboom met hendeltje weer gemonteerd.
Als laatste het chassis met de afstem condensatoren inclusief de asjes en
afstemschalen.
Nu kunnen ook het tweede condensatorblok en koppeltrafo terug gemonteerd worden.
Bij het herstellen van de bedrading bleek de kathodeweerstand van de E424
verdwenen te zijn.
Een passende weerstand word gevonden en in een stukje oliekous gemonteerd.
Vervolgens worden alle weerstanden en overige condensatoren gecontroleerd en
deze blijken allemaal nog prima in orde te zijn.
Buizen
Nu het mechanisch weer ergens op begint te lijken zijn de
buizen aan de beurt.
Allereerst op de buizen tester en het blijkt dat de gelijkrichter 506 en de HF
penthode E462 nog in prima staat zijn, De LF triode was weliswaar goed maar niet
origineel maar daarvoor had ik nog een prima E424 liggen.
De Eindpenthode C443 was vrijwel uitgeput maar ook daarvoor had ik nog een prima
exemplaar liggen.
Vervolgens deze buizenset in een Philips 2531 geplaatst en deze speelde er
perfect mee.
Van links naar rechts: C443 , E424 , E462 en 506
Inschakelen
Nu wordt het eens tijd om er spanning op te zetten.
Zonder buizen wordt het chassis op de variac aangesloten in serie met een
gloeilamp en de spanning op 22V geregeld.
Vervolgens worden de secundaire spanningen van de trafo gemeten.
Deze zijn 2* 0,44V en 2* 26V, Dit zijn de spanningen die ik verwachtte en nu
weet ik meteen dat de netspanning 220V moet bedragen.
Vervolgens wordt de spanning langzaam naar 220V geregeld en de secundaire
spanningen stijgen naar resp. 4,4V en 260V, De stoomopname is minimaal dus tot
zover alles goed.
De gelijkrichtbuis wordt geplaatst en langzaam wordt de netspanning verhoogd
terwijl de diverse spanningen in de gaten gehouden worden.
Alles blijkt goed te gaan en na zeker te zijn dat alle spanningen kloppen worden
de C443 en E424 geplaatst.
Nu kan de LF versterker getest worden door er een toongenerator aan te sluiten
op G1 van de E424 en alles werkt prima.
Vervolgens wordt de E462 geplaatst en de kathode potmeter R1 tijdelijk vervangen
door een weerstand van 470 Ohm en de radio speelt prima!
Potmeter
Als laatste moet de kathode potmeter R1 nog hersteld
worden, de weerstandsbaan is op diverse plaatsen onderbroken dus deze zal
vervangen of over gewikkeld moeten worden.
Na een oproepje op het radioforum of er toevallig nog iemand zo’n potmeter had
liggen kreeg ik het aanbod om het weerstand bandje op te sturen en deze werd
keurig opnieuw gewikkeld op een volgende NVHR beurs weer in ontvangst genomen.
Kast
Nu alles weer in orde is word het tijd om de kast
onderhanden te nemen.
De lak was nog in prima conditie alleen was de kast behoorlijk vuil.
Dus de kast maar eens in bad gezet en goed afgesopt en daarna goed laten drogen.
De lak heeft hier niets van geleden dus de kast maar even in de boenwas gezet en
goed nagewreven en hij ziet er weer prima uit.
Afmonteren
Tenslotte kan het chassis en de potmeter in de kast gemonteerd worden en na een laatste inspectie worden getest.