DE HELMONDSCHE RADIO-APPARATENFABRIEK MEGO
 
Door: Frans Donkers Sr. en jr.


In de jaren twintig begint de radio haar opmars, ook in Helmond. De belangrijkste exponent van deze zegetocht is natuurlijk vanaf 1927 de ‘grote buurman’ in Eindhoven. Maar Helmond kende gedurende enige jaren eveneens haar radio-industrie: de Helmondsche Radio-Apparatenfabriek Mego van de zwagers Meerding en Goedhart.

Het begint allemaal in Friesland, waar te Langezwaag in het gezin van rijtuigmaker Klaas Meerding op 21 april 1889 een eerste zoon geboren wordt, die naar zijn vader wordt vernoemd. Na het doorlopen van de lagere school ging hij aan de slag in het bedrijf van zijn vader. De rijtuigmaker hield zich intussen ook bezig met rijwielen en auto’s. De jonge Klaas Meerding toonde veel interesse voor al deze technische noviteiten. Hij hielp zijn vader in de zaak. Deze baan hield hij in zijn zestiende levensjaar voor gezien. Na enkele omzwervingen, onder andere als machinist op de stoomboot Flecke Joure van de firma Peereboom, belandde hij in 1906 als machinist bij de plaatselijke zuivelfabriek. In deze functie komt hij voor het eerst in aanraking met de elektrotechniek, welke hij zich door zelfstudie eigen maakt. Zijn carrière wordt in 1909 abrupt onderbroken door de dienstplicht. Wanneer Klaas Meerding zijn dienstplicht heeft volbracht, maakt hij de overstap naar Leeuwarden. Daar krijgt hij een betrekking als monteur bij het elektrotechnisch bureau W. van Eijck van Heslinga.

Hier bereikt hij al snel de positie van chefmonteur. Zijn carrière wordt echter voor een tweede maal verstoord door het Nederlandse leger. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt K. Meerding gemobiliseerd van 1 augustus 1914 tot 17 november 1916 om het land te verdedigen tegen eventuele invallers. Als instrumentenmaker bij de militaire Telegraaf- en Telefoondienst van de Noord-Hollandse waterlinie groep Lunetten blijft hij wel betrokken bij de elektrotechniek. In deze tijd leert hij te Utrecht de Helmondse Anna Boetzkes kennen, waarmee hij op 28 januari 1919 in Helmond trouwt. Het jonge echtpaar vestigt zich in Helmond, waar Klaas al ruim een jaar een baan had bij het elektrotechnische bureau van de firma Niemann. Hij kreeg die baan mede dankzij zijn uitstekende referenties op het gebied van elektrotechniek.

Eigen bedrijf

Klaas zijn schoonzus Gertruda Boetzkes was getrouwd met Willem Goedhart. Deze is geboren op 8 februari 1890 in Helmond en werkte als technisch monteur bij Begemann. De twee zwagers deelden hun interesse voor de elektrotechniek en besloten samen een eigen bedrijf op te starten. In ongeveer 1919 gebeurde dat ook daadwerkelijk. De firma Meerding & Goedhart was hiermee geboren. Als vestigingsplaats kozen ze de Steenweg. In de oude boerderij van Meulendijks begonnen zij hun nering. De zaken liepen voorspoedig. Dat blijkt uit een advertentie in de Zuidwillemsvaart van 1920, waarin om bekwame elektromonteurs en bankwerkers wordt gevraagd.
In 1922 gaat het Meerding & Goedhart zo voor de wind dat ze een eigen, geheel nieuw, winkelpand kunnen oprichten. Het bedrijf verhuist tijdelijk naar een andere winkel om aan de Steenweg nieuwbouw te kunnen zetten. In deze winkel werden naast de meest uiteenlopende technische zaken, zoals verlichtings artikelen, meetinstrumenten, telegrafen en telefoons, ook radioapparaten verkocht. In een advertentie uit oktober 1922, waarin de opening van de zaak wordt aangekondigd, is sprake van: geheel complete inrichtingen alsmede alle voorkomende onderdelen zoals: antenisolatoren, kristaldetectors, inductiespoelen, vaste en veranderlijke condensatoren, elektrodenlampen, honingraatspoelen, etc. De complete ontvangers luisterden naar de merknamen Detha en Selecta. Deze toestellen waren voorzien van de Philips Audion buizen en werden geleverd in samengang met een drie-lamps laagfrequent versterker. Meerding & Goedhart boden aan de liefhebbers tevens zelfbouwpakketten aan, voor prijzen vanaf vijfendertig gulden. De firma garandeerde de veiligheid van deze toestellen door ze na de montage gratis te controleren.

Werkplaats

De ruimte boven de winkel werd al snel in gebruik genomen als radiowerkplaats. Klaas Meerding was binnen de firma Meerding & Goedhart de radiopionier. Hij had al in 1920, als eerste in Helmond, een radioontvanger voor eigen gebruik gebouwd. De productie van radiotoestellen is in de loop van de jaren twintig steeds meer opgevoerd. Deze toestellen werden op speciaal verzoek samengesteld. Er was nog geen sprake van een grootschalige, gestandaardiseerde productie. Voor deze producten werd de merknaam Mego gebruikt, wat vanzelfsprekend staat voor MEerding & GOedhart.

In de periode van 1920 tot 1926 werd de eigen radioproductie voor een groot deel aangewend ten bate van introducerende en promotionele activiteiten ten opzichte van het totaal nieuwe product radio. Hiervan getuigt afbeelding 7, waarop Klaas Meerding links van het biljart staat waarop een complete ontvanginstallatie is opgesteld. Met het zeer vroege drie-lamps Mego-ontvangtoestel, en de door andere firma’s geproduceerde luidsprekers en accu’s, verklaart Meerding de werking en het belang van de radio aan de heren van deHelmondse drankbestrijding. Ook zijn in een Helmondse bioscoop demonstratieavonden georganiseerd, waarbij onder andere sprekers namens Philips het woord voerde.
 
Afbeelding acht getuigt van een demonstratieavond die op drie maart 1926 plaats vond in de ‘Scala Bioscoop’. Een grote variatie aan ontvangers, luidsprekers en diverse randproducten werden in samengang met deskundige uitleg aan het Helmondse publiek getoond. Pronkstuk en tevens publiekstrekker van deze avond was de enorme krachtluidspreker van de firma Brown, die de dagen voor de demonstratie op een T-Ford gemonteerd door de stad werd gereden, om zo reclame te maken voor de demonstratieavond.

Enkel beeldmateriaal.

Naast de zelfbouw van ontvangers vormde de reparatie van radio’s een belangrijk onderdeel van de bezigheden van het jonge bedrijf. Ook bood Mego onderdelen van verschillende merken te koop aan. Daarbij had het bedrijf bovendien nog eens een eigen wikkelarij voor motoren en trafo’s en een oplaadstation voor accu s. In 1925 bouwt Meerding al redelijk professioneel ogende radio’s. De informatie over de radioproductie van Meerding & Goedhart in die periode is enkel terug te voeren op beeldmateriaal. De auteurs kennen geen toestellen die in die jaren gebouwd zijn. Zo’n foto, die gevonden is in een conceptbrochure van Mego, laat een bijzonder fraai uitgevoerde batterijontvanger zien. De kast van dit toestel is geproduceerd door de Helmondse timmerfabriek Beks, die ook voor onder andere de Beek en Donkse radioproducent Minimax de behuizingen maakte. Ook alle andere kasten, in latere jaren, voor radioproducten van Meerding & Goedhart werden geleverd door Beks.

Omdat in de loop van de jaren twintig de vraag naar radioontvangers toenam, besloten Meerding & Goedhart in 1927 om op commerciële basis een eigen radioproductie op te zetten. De merknaam werd het al genoemde Mego. Dit betekende dat radio’s niet langer op verzoek samengesteld werden. Het bedrijf ging standaard producten maken die grootschalig geproduceerd werden en aan de man gebracht moesten worden. Dit besluit werd in prijscourant nr. 1 als volgt verwoord:

‘Door jarenlange ervaring en proefnemingen zijn wij erin geslaagd radio-toestellen te fabriceren die uitmunten boven alle in den handel zijnde radio-ontvangers. Alle radiogolven kunnen met onze apparaten zonder genereeren gesepareerd opgevangen worden. Na modulatie en versterking in verschillende volgorden nagelang type toestel worden deze golven op de natuurlijkste wijze in toonvorm door de luidspreker weergegeven. Deze weergave is iets nieuws, iets aparts in de geheele Radio Techniek, de buitengewoone helderheid en zuiverheid zoowel van het gesproken woord als muziektoon doet iedere luisteraar verwondering opwekken.’

De overgang naar professionele fabricage van ontvangers was voor de firma slechts een kleine stap, omdat ze al enkele jaren zelf radio’s bouwden.

Complete serie

Meteen in 1927 kwam Mego met een complete serie ontvangtoestellen op de markt (afb. 12). De typenummers daarvan beginnen allemaal met een D’, daarna volgt een cijfer, dat het aantal buizen aangeeft. Het productscala van Mego bestond daarmee uit de Dl, D2, D3, D4 en D5. Uit deze reeks bleek de D4 de meest gangbare te zijn. Dit toestel werd geleverd in gepolitoerd notenhout, mahoniehout of eikenhout. Standaard werden verschillende behuizingen standaard voor de D4 aangeboden, met en zonder deurtjes en met of zonder -al dan niet luxe grammofoonkast. Op persoonlijke wens kon de omkasting ook geheel naar eigen smaak geproduceerd worden. Het typenummer D4 maakt duidelijk dat het hier om een vier-lamps ontvangtoestel gaat, waarin een A409 dienst doet als hoogfrequentbuis, een A415 functioneert als detectorbuis en twee B403’s de lage frequenties voor hun rekening nemen. Deze buizen werden, evenals de trafo’s, geleverd door Philips. De D4 is een ‘twee-kringer rechtuit ontvanger’ met terug-koppeling. De spoelen werden in de eigen wikkelarij gewikkeld. Dit gold ook voor de honingraatspoelen op hun eerdere toestellen. Aan en uit schakelen wordt geregeld met behulp van een verwijderbare stift. De afstemming vindt plaats door middel van een primaire condensator met fijnregeling, een secondaire condensator met fijnregeling en een terugkoppelcondensator. Tijdens het afstemmen kon de gebruiker kiezen uit drie golflengtes: ultra korte golf (10-100 in), korte golf (200-600 m) en lange golf (1000-2000 in). Alle toebehoren (accus, luidsprekers, koptelefoons, etc) voor een Mego-toestel werden geleverd door grote bedrijven zoals Philips en Brown.

Gratis demonstratie

Om ook daadwerkelijk voldoende "MEGO gebruikers" te krijgen maakte Meerding & Goedhart intensief reclame voor hun product in de plaatselijke kranten. Zij nodigden potentiële kopers uit om een gratis demonstratie van het nieuwe radiomerk bij te wonen. Om vertrouwen te winnen op de markt werd er een garantietermijn van twee jaar ingesteld op alle onderdelen uitgezonderd de batterijen. Voor de man met de kleine beurs was het mogelijk om een MEGO aan te schaffen tegen ruime afbetalingstermijnen. Uit bekende serienummers blijkt dat al deze marketingactiviteiten niet voor niets waren, en dat er zeker honderden D4’s verkocht werden.
 
Gegevens uit het archief van de gemeente Helmond vermelden dat na de oorlog onder andere 11 MEGO ontvangers teruggegeven zijn aan de eigenaars, die deze gedurende de oorlog af hebben moeten staan.

Ondanks het redelijke succes van de MEGO D-serie is er nooit een vervolg op gekomen. Meerding & Goedhart hadden genoeg zakelijk inzicht om te beseffen, dat ze met Philips als buurman, weinig kans van slagen hadden op de radiomarkt. Ook zullen problemen met octrooien de productie en de ontwikkeling van nieuwe toestellen bemoeilijkt hebben. Dit betekende niet dat Meerding & Goedhart de radioproductie voor gezien hield. De onderneming verschoof het zwaartepunt van haar radioproductie naar installaties die geschikt waren voor zalen, lunchrooms en cafés. In 1929 werd de eerste versie van dit radiomeubel, onder de naam “MEGO-Caller”, uitgebracht. Dit artistiek uitgevoerde eikenhouten meubel (afmetingen 100*60*40) werd aan de bovenzijde afgesloten door een deksel. Hieronder bevond zich een grammofoon met platenwisselaar voor ongeveer 12 platen. Rechts van de platenspeler zat de radio. In het binnenwerk was een zware versterker ingebouwd, met een vermogen van 50 Watt. De luidspreker was vooronder in het meubel geplaatst. Eventueel bestond de mogelijkheid om extern een aantal extra luidsprekers aan te sluiten. Het geheel werd gevoed met wisselstroom, die werd gelijkgericht door een grote cuproxcel. De binnenzijde van het toestel werd met aluminium bekleed, zodat storingen van buitenaf geweerd konden worden. In 1932 is de MEGO-Caller, in een laatste poging om te overleven op de radiomarkt, geheel gemoderniseerd heruitgebracht. De productie van de MEGO-Caller is nog tot 1934 doorgegaan, maar doordat ook dit marktsegment door Philips betreden werd, was de productie niet langer winstgevend, en werd stop gezet. Dit alles betekende een definitief einde voor het radiomerk “MEGO”.

Radiocentrale Gemert

Het hoofdstuk “MEGO’’ was nu weliswaar afgesloten, de firma Meerding & Goedhart ging gewoon verder. In de winkel werden nu vooral Philips artikelen aangeboden. Ook exploiteerde de firma vanaf 1934 een radiocentrale in het nabijgelegen Gemert, in het kader van de radiodistributie. De versterkers voor deze en ook andere radiocentrales, werden door Meerding & Goedhart vervaardigd. De firma heeft voor Helmond zelf verschillende malen een vergunning aangevraagd tussen 1928 en 1940, om een radiocentrale te mogen opstarten, maar deze echter nooit gekregen. Doordat de concurrentie ook geen vergunning verkreeg, heeft de radiodistributie nooit zijn intrede gemaakt in Helmond. In de tweede helft van de jaren dertig werden de bestaande bedrijfsactiviteiten gecontinueerd, bovendien verkreeg het bedrijf de distributierechten van Shell butagas.

 
Radio-distributie

Vanaf ongeveer 1927 wordt in Nederland de radio-distributie ingevoerd. Daarbij wordt vanuit een centrale ontvanger en versterker het radiosignaal via kabels naar de huizen gebracht. Dat was voor de mensen die een aansluiting namen, goedkoper dan zelf een radiotoestel kopen. Via de kabel kregen zij vier of vijf zenders aangeboden. De radio-distributie heeft in deze vorm tot het einde van de jaren vijftig bestaan. De Helmondse gemeenteraad kon al die tijd geen beslissing nemen over het invoeren van radio-distributie. Waarom is de auteur niet bekend.

Eigen weg

Ondanks de voorspoedige gang van zaken, besluiten Meerding en Goedhart in het voorjaar van 1940 ieder hun eigen weg te gaan. Goedhart zette zijn bedrijf voort in het oude winkelpand. Hij overleed op 24 september 1946.

Meerding vond een straat verderop een huurpand, waar hij op 15 oktober 1940 zijn nieuwe zaak opende. Meerding had bij de scheiding van zaken de rechten op de radiocentrale en de verkoop van butagas toegewezen gekregen. De radiocentrale in Gemert bracht Meerding weinig, voorspoed, omdat deze al vrij snel na het begin van de bezetting, door de Duitsers, zonder behoorlijke schadeloosstelling, onteigend werd.

Na de oorlog vond Meerding's  bedrijf al weer snel de juiste koers. In 1945 waren er al weer vijftien werknemers.  Tot het jaar van Klaas Meerding’s dood, 1959 (10-06-59), bleef het aanbodscala van voor de oorlog gehandhaafd. Na het onverwachte overlijden van de oprichter van het bedrijf, werd de zaak voortgezet door Meerding’s zonen, Henny en Wim.
Het plan Froger, waaraan Helmond de Traverse te danken heeft, verstoorde aan het einde van de jaren vijftig de bouwplannen van het bedrijf. Eind 1963 was de onteigening van het midden van de Kromme Steenweg een feit. Meerding kon echter aan het Binders-eind nieuwbouw realiseren, die ontworpen was door de Venlose architect Van Keulen. In het nieuwe pand werden de volgende activiteiten ontplooid:
- Als hoofddepothouder van Shell Nederland handel in buta- en propagassen en daarvoor geëigende apparaten.
- Winkel in elektrische huishoudelijke apparaten, waaronder radio- en televisietoestellen; technische speelgoed (Märklin).
- Installatie- en reparatiebedrijfvoor elektrisch licht- en krachtinstallaties en gas, water en sanitair installaties.
- Motorwikkelbedrijf.
 

De bezem er door

Gedurende de zestiger jaren haalden zij grondig de bezem door het bedrijf dat in die tijd vele activiteiten aanbood, die door de snel voortschrijdende techniek absoluut niet meer rendabel waren. Hieronder vallen bijvoorbeeld de motorwikkelarij en de reparatieafdeling. Dit alles leidde ertoe dat het bedrijf zich na enige jaren hoofdzakelijk nog op installatie activiteiten (elektrische licht- en krachtinstallaties) richtte. Nadat W. Meerding zich in 1979 terugtrok uit de bedrijfsleiding, werd dhr. H. van Nimwegen opgenomen in de directie. In 1986 zou van Nimwegen uiteindelijk het bedrijf overnemen, en daaraan ook zijn naam verlenen. Onder deze naam is het bedrijf vandaag de dag nog steeds gevestigd op een Helmonds industrieterrein, Ook de andere helft van MEGO, Goedhart, bestaat nog steeds, en is eveneens in Helmond op het industrieterrein gevestigd als Technisch Bureau Goedhart. Onder de naam Vibo heeft Goedhart nog drie vestigingen in Helmond en vier vestigingen in Putten, Breda, Roermond en Brussel.

In Helmond bestaan dus nog steeds twee bedrijven die samen in het pionierstijdperk van de radio, hun steentje hebben bijgedragen aan de ontwikkeling en promotie van de radio-ontvanger. En hoewel ze slechts gedurende korte tijd daadwerkelijk toestellen gebouwd hebben, heeft MEGO zijn voetsporen achtergelaten in de historie van de radio.
 

Hieronder staat nog een advertentie van de Helmondsche Radio-Apparatenfabriek MEGO waarbij U toch eens op de prijzen uit die tijd moet letten.

Heeft U na het lezen nog opmerkingen of vragen kunt U me mailen op

De twee MEGO radio's die ik in mijn verzameling heb.
Klik op de plaatjes voor het restauratie verslag.

  

                                          MEGO D4          
                                                          

                                         MEGO MG4

 

Bronvermelding

Hooff, G. van, Werkend Verleden in Helmond Nr. 8, Januari 1996

Dagblad De Zuidwillemsvaart 1919-1964

Vademecum voor den Radiohandel 1929, Timmermans & Co.

Gemeente Archief Helmond 1890-1996

Veel dank gaat uit naar de heren H.W.L. Meerding en W.P Goedhart, die uiterst behulpzaam grote hoeveelheden informatie ter beschikking hebben gesteld.

Auteurs: Frans Donkers en Frank Donkers
Overgenomen uit Helmonds Heem 1996-2, aanvullingen uit de VARICON nrs. 61 & 62.
 

 

Overgenomen uit de VARICON, 14e jaargang - nummer 61 & 62 van 1997
De VARICON is het kwartaalblad van de VERON afdeling HELMOND.
Dit artikel is onderdeel van de pagina
René's oude radio's